Het kan zijn dat jij veel last hebt van angst en spanning. Dit kan leiden tot verschillende lichamelijke klachten, waaronder een paniekaanval. Bij een paniekaanval maakt het lichaam het stresshormoon adrenaline aan. Hiermee bereidt het lichaam zich voor om snel op een mogelijk gevaar te reageren. Het hart gaat hierdoor sneller kloppen, je gaat sneller ademen en mogelijk zelfs hyperventileren, je kunt een gejaagd gevoel krijgen en je kunt gaan zweten en trillen. Daarnaast kun je ook een licht gevoel krijgen in het hoofd of erg benauwd worden. Deze klachten worden steeds erger, waardoor de angst groter wordt en je in paniek raakt. De angst wordt de baas over je, waardoor je een paniekaanval krijgt. Deze paniekaanval kan een paar minuten tot wel anderhalf uur duren. Dit wil je natuurlijk voorkomen, of je wilt ervoor zorgen dat je er zo snel mogelijk weer vanaf komt. Maar wat te doen bij paniekaanvallen?
De klachten tijdens een paniekaanval
Tijdens een paniekaanval kun je van verschillende klachten last krijgen. Sommige mensen hebben één of twee klachten, terwijl anderen heel veel klachten tegelijk krijgen. De klachten die het meest voorkomen zijn duizeligheid, zweten, een snelle hartslag, misselijkheid, benauwdheid, tintelingen, geen gevoel meer in handen of voeten, maagpijn, overgeven, diarree en het gevoel dat de omgeving er anders uitziet. Aan het einde van de paniekaanval ga je vaak zweten of moet je huilen.
Tips tijdens een paniekaanval
Bij een paniekaanval is de ademhaling zeer belangrijk. Normaal gesproken ademen we vanzelf. De ademhaling past zich aan bij wat we aan het doen zijn. Daarom is je ademhaling rustig als je slaapt en snel als je aan het sporten bent. Bij een paniekaanval raakt de ademhaling in de war. Dit komt doordat je gestrest en gespannen raakt. Je lichaam probeert zich dan voor te bereiden op actie. Hierdoor ga je sneller ademen en gaat je hart sneller kloppen, terwijl dit niet nodig is. Probeer daarom tijdens een paniekaanval goed op je ademhaling te letten. Probeer rustig in en uit te ademen, bijvoorbeeld 3 seconden in en 6 seconden uit. Ademen in een zakje helpt niet.
Probeer naast rustig adem te halen ook op iets anders dan je hartslag en ademhaling te letten. Zo kun je bijvoorbeeld even naar buiten lopen, hardop gaan lezen, een paar rustige sportoefeningen doen, met iemand gaan praten, een slokje water drinken of iets actiefs gaan doen, zoals fietsen of rennen. Doordat je even met iets anders bezig bent raak je afgeleid van het feit dat je hart sneller gaat kloppen en dat je ademhaling te snel gaat.
Realiseer je tijdens een paniekaanval altijd dat de klachten ongevaarlijk zijn. Het zijn alleen maar gevoelens van angst en je bent niet ziek. Deze angst wordt altijd vanzelf weer minder. Zeker als je rustig probeert te ademen en je gedachten af probeer te leiden zal de angst snel minder worden. Vaak geeft het een rustgevend gevoel om te weten dat het vanzelf weer overgaat en dat een paniekaanval niets meer is dan angst.
Tips voor naasten
Het kan natuurlijk ook zijn dat je zelf geen last hebt van paniekaanvallen, maar wel iemand kent die hier soms last van heeft, of je maakt het één keer samen met iemand mee. De belangrijkste tip is om begrip te hebben voor de angst van de ander, ook al vind jij deze angst misschien overdreven. De angst is voor de ander namelijk zeer reëel, waardoor het belangrijk is dat je de angst niet weg probeert te praten. Probeer de ander aan te sporen om iets te blijven ondernemen, zonder de ander hiertoe te dwingen. Zo kunnen jullie samen een rondje gaan wandelen om afleiding te zoeken. Of jullie kunnen even in gesprek gaan, zodat de ander niet alleen maar met zijn of haar paniekaanval bezig is.